Solomon Islands: paradijs zonder luxe
In 2003 liep ik stage in de Solomon Islands (Salomonseilanden in lelijk Nederlands), een eilandengroep in de Stille Zuidzee. Met een eigen werkplek op het Solomon Islands Visitors Bureau leerde ik veel over het land en mocht ik op werkreis naar een groot aantal accommodaties. Verwacht hier geen luxe hotels met luie zwembaden, of grote ferry’s zoals in Griekenland. Je zult eerder in hutjes op palen slapen en in gemotoriseerde canoes van eiland naar eiland stuiteren. Je krijgt het gevoel dat je hier welkom bent en de bevolking is oprecht geïnteresseerd in je.
Een burgeroorlog bracht het land rond de eeuwwisseling negatief in het nieuws. Vooral op het hoofdeiland Guadalcanal en naburig Malaita was het onveilig. In 2003 was daar weinig meer van te merken. Sinds dat jaar zijn er internationale hulptroepen aanwezig, die de orde hebben hersteld. Samengevat: onveilig zul je je hier nooit voelen.
Honiara
In de hoofdstad Honiara valt weinig te beleven. Het is er stoffig, heet, overal slingert afval rond en een fatsoenlijk strand is er niet. Toch heb je op plekken zoals in het King Solomon Hotel en het terras van de Yacht Club niets te klagen, en kun je hier je laatste inkopen doen voor je de andere eilanden bezoekt. Als je wat locals leert kennen zul je je prima vermaken in de paar bars die er zijn, maar dit blijft een stopover-bestemming.
Central Province
Op ruim een uur varen van Honiara ligt Central Province. Hier kun je even helemaal bijkomen van de relatieve drukte in de Honiara. In de voormalige hoofdstad Tulagi, een rustig dorpje, hangt een sfeer die moeilijk te omschrijven is. Paradijselijk, hoe cliché dit ook klinkt, komt misschien het meest dichtbij. Vraag in het dorp naar Ismaël: hij heeft een motorboot en kan je naar het aan de grond gelopen cruiseschip of naar Maravagi Lodge brengen. Hier kun je prima duiken en – volgens de pro’s – surfen.
Western Province
De enige plek waar het toerisme een noemenswaardige rol speelt is Western Province. Vooral duikers bezoeken plaatsen zoals Gizo en Munda, niet alleen vanwege de ongeschonden koraalriffen, maar ook om de wrakken uit de Tweede Wereldoorlog eens te bekijken. Ikzelf heb met Dive Gizo rond het enorme wrak van een Japans vrachtschip en een neergestort gevechtsvliegtuig gedoken.Een bezoek aan Marovo Lagoon mag tijdens je reis naar de Solomons niet ontbreken. Dit is, zo beweren de toeristenfolders graag, de grootste zeewaterlagune ter wereld, vol met kleine eilandjes en uitnodigende snorkelplekken. De lokale bewoners beginnen de voordelen van toerisme in te zien en hebben hutjes gebouwd voor reizigers. Ook leuk: in een kayak langs deze accommodaties peddelen.
Rennell en Bellona
Rennell en Bellona vormen een aparte provincie, plompverloren in het zuiden van het land, honderden kilometer onder hoofdeiland Guadalcanal. De bewoners zijn duidelijk van Polynesische afkomst, met een lichtere huidskleur en een grovere lichaamsbouw. Waar ze overigens dankbaar gebruik van maken, want de enige sport die ze op deze eilanden lijken te beoefenen is rugby.
Bellona is piepklein en de halve bevolking is in het bezit van een fiets. Op de oostpunt van het eiland kun je in een cave resort slapen, hoewel de term resort een beetje overtrokken is. Het is niet meer dan een overhangende rots met opgemaakte bedden eronder. Je kunt er, beschut tegen de regen, heerlijk in slaap vallen bij het gebulder van de golven. Je wekker is de tropische ochtendzon.
Rennell is een stuk groter en met de enige auto die het eiland kent duurt het minimaal drie uur om de reden van je bezoek te bereiken: Lake Te Nggano. Een meer met brak water, dat voor een uniek ecosysteem heeft gezorgd en als Werelderfgoed staat genoteerd. Het Wikipedia-stuk over Rennell heeft prachtige foto’s van het eiland.
Betelnut kauwen
Een tijdverdrijf in de Solomon Islands is het kauwen van de betelnut. Het zachte binnenste van deze noot, uit de arecapalm, doet het prima met een toefje lime (verpulverd koraal). Zo goed zelfs, dat bij fervente kauwers de tanden rood kleuren, daarna zwart en daarna simpelweg uitvallen. Je moet er blijkbaar heel wat voor over hebben om je een beetje licht in het hoofd te voelen, want dat is waar het de Solomon Islanders om te doen is. Ik moest ze natuurlijk ook even proberen.
Accommodatie
In Honiara is een handvol sterrenhotels voor zakenreizigers. Het King Solomon Hotel en het Solomon Kitano Mendana Hotel hebben de beste locatie, maar ik sliep zelf in het veel goedkopere United Church Rest House, ook in het centrum, waar iedere avond de tafels en stoelen aan de kant gingen voor een geïmproviseerde kerkdienst.
Ga je naar Central Province? In de Vanita Divers’ Lodge in Tulagi is het bier koud (een zeldzaamheid in dit land) en zwom je eten diezelfde dag nog rond.
Western Province kent een keur aan vooral simpele hotelletjes. In Gizo is een groot aantal guest houses, maar als je liever iets luxer zit is Fatboys een logische keuze. Rond en in Marovo Lagoon vind je lodges, die hutjes op palen waar ik het eerder over had. Vaak zijn deze direct boven de lagune gebouwd en zie je het koraal en de vissen vanuit je slaapkamerraam.
Aotaha Cave Lodge op het eiland Bellona heeft, zoals zoveel hotels in de Solomon Islands, geen eigen website. Ze zijn zelfs niet telefonisch bereikbaar. Het Solomon Islands Visitors Bureau in Honiara kan per radio een reservering voor je maken.
Vliegen naar de Solomon Islands
De vertrekluchthaven voor je vlucht naar de hoofdstad Honiara is Brisbane. Solomon Airlines heeft nog steeds het monopolie op deze route, waardoor je moet rekenen op een prijs tussen de € 250 en € 350 voor een retourtje Brisbane – Honiara. De vlucht duurt drie uur.
Er was in 2003 al sprake van en nu nog steeds: het asfalteren van de lange landingsbaan in Munda. Dit zou de Western Province een stuk beter bereikbaar maken. Nu moet je eerst naar Honiara vliegen en van daaruit een binnenlandse vlucht nemen.
Foto (boven): ravilacoya / CC BY-SA 2.0 / aangepast
Overige foto’s: Melookyoubook
Delen:
Bijna alle grote luchtvaartmaatschappijen bieden hun klanten frequent flyer-programma’s aan. Flying Blue van KLM-Air France is hier een voorbeeld van. Wanneer je met KLM en partners vliegt spaar je punten
Ga je op vakantie of voor langere tijd reizen? Of zit je vaak in het vliegtuig voor je werk? Dan is een creditcard tegenwoordig vrijwel onmisbaar. Met een creditcard van
Een goedkoop vliegticket naar een verre bestemming vereist vaak een overstap. Ik vind het altijd jammer als een vliegveldterminal het enige is wat ik van een land zie. Zo ben